Gedicht

 

Een valk wordt uitgezonden en verwijst, net zoals de adelaar, naar vrijheid en overwinning. Maar er is ook de verwijzing naar het mythische beeld om te kunnen vliegen naar de zon, wat indirect het 'neerstorten' oproept. 

Mooi is het beeldend contrast tussen de zon en minder warm. Het letterlijk verwijzen naar de hogere luchtlagen (sferen) maar ook de koele geest.
Dan komt de angst aandragen. 'Haar poten zijn niet koud' (dicht bij de grond is veiliger), 'haar bek verzwijgt geen wonder' (geen nieuwe inzichten, geen out-of-the-box-wonder). Frustratie en een oproep om het 'verstand los te laten' en te vliegen, volgt: ook als dat 'verloren vliegen' inhoudt.

Het verlangen in dit gedicht bestaat eruit 'het denken' te kunnen overstijgen. Voorbij 'de grammatica' gaan, is ook voorbij de kaders gaan die mensen hebben bedacht om vat te krijgen op een werkelijkheid en om  structuur aan te bieden. Een mens wil 'begrijpen'. Dit gedicht drukt de wens uit weer uit dit harnas te vliegen en om nieuwe horizonten en mogelijkheden te ontdekken.

Het ontbreekt de valk aan lef en dus komen falen en verlangen tegenover elkaar te staan.