Griekse Mythe
De Boog van Odysseus
Nu was ook Penelope’s tijd gekomen. Athene had haar de raad gegeven om de vrijers de boog van Odysseus, die hij bij zijn vertrek naar Troje had achtergelaten, voor een wedkamp te geven. Met de boog en de koker vol pijlen in de hand trad zij de zaal binnen in het midden van de rumoerige gasten en gebood stilte. ‘Hoort mij aan, edele vrijers!’ riep zij. ‘Gij wilt mij tot gemalin voor u winnen. Welnu dan, laat er een wedstrijd zijn! Wie de boog van de goddelijke Odysseus het gemakkelijkst spant en door de gaten van twaalf achter elkaar opgestelde bijlen heenschiet, zoals mijn gemaal vroeger eens gedaan heeft, aan hem zal ik mijn hand ten huwelijk geven.’
De trouwe Eumaios stortte in tranen, toen Penelope hem gelastte aan de vrijers de boog en pijlen aan te geven. Telemachos zelf trok een lijn op de vloer en stelde de bijlen op, zorgvuldig gericht volgens een meetsnoer.
‘Komaan dan vrienden!’ riep Antinoös triomferend, ‘ laat ons de wedstrijd aanvangen!’ Elk op zijn beurt probeerden de vrijers nu de geweldige boog te spannen. Maar vergeefs gaf de één na de ander zich alle moeite; zelfs toen zij de boog met vet insmeerden wilde het niet gelukken.
Odysseus was met Eumaios en de trouwe koeherder Filoitis naar de voorhof gegaan. ‘Hoe zou het gaan vrienden,’ vroeg hij, ‘wanneer Odysseus eens plotseling thuiskwam? Zoudt gij voor hem opkomen?’
‘O Zeus op de hoge Olympos,’ riep de koeherder, ‘als deze wens eens werd vervuld! Hoe zou ik dan mijn armen roeren!’
Eumaios smeekte eveneens de goden, dat zij aan zijn geliefde meester de terugkeer mochten schenken.
‘Welnu, verneemt het dan: Ik ben Odysseus!’ riep de held. Om hen te overtuigen toonde hij het litteken op zijn been, en met grote ontroering zag hij hun blijdschap. Toen gaf hij hun nauwkeurige aanwijzingen, hoe hij de wraak aan de vrijers dacht te voltrekken en gebood hun alle deuren van het paleis goed te grendelden.
In de zaal draaide Eurymachos op dit ogenblik de boog boven het vuur om hem te verwarmen en daardoor leniger te maken. Maar toch gelukte het hem niet het zware wapen te spannen. Antinoös, de enige die nog geen poging gedaan had, stelde voor de wedstrijd naar de volgende dag te verschuiven.
Toen richtte Odysseus zich tot de vrijers en verzocht, dat men hem de boog zou toereiken. ‘Ben je van zinnen? Heb je teveel wijn op?’ schreeuwde Antinoös hem toe? Maar Penelope keurde zijn woorden af; zij wou dat het verzoek van de vreemdeling zou worden ingewilligd.
Toen riep Telemachos: ‘Over de boog heb ik alleen te beslissen, en niemand anders hier op het eiland. Moeder, ga gij in uw vrouwenvertrek naar de weefstoel en het spinnewiel; krijgswapenen zijn een zaak voor mannen.’ Met verbazing hoorde Penelope de vastberaden woorden van haar zoon, maar zij schikte zich zwijgend. Athene goot een zoete sluimering over haar oogleden uit.
Toen gaf de zwijnenhoeder de boog aan Odysseus, terwijl de vrijers luidkeels schreeuwden. De held zwaaide hem zachtjes heen en weer om te proberen of het hout niet door wormen was aangestoken, terwijl hij ver van huis was. Met schrik zagen de vrijers hoe gemakkelijk de bedelaar de boog hanteerde. Toen probeerde hij de spankracht van de pees; zij gaf een heldere toon als het gekwetter van een zwaluw. Gelijktijdig echter liet Zeus zijn donder rollen.
Nu nam Odysseus een pijl uit de koker, spande de boog als tevoren en schoot de opgelegde pijl door alle twaalf gaten heen. Rustig keerde de held zich tot zijn zoon: ‘De vreemdeling, die gij in uw paleis opgenomen hebt, Telemachos, heeft u naar mij lijkt geen schande aangedaan! Mijn kracht is onverzwakt, hoezeer de vrijers mij ook gehoond hebben. Doch nu is het tijd om bij daglicht voor Achaiers een avondmaal te bereiden en dans en snarenspel te bestellen, gelijk het bij een feestelijke maaltijd past.’
Daarbij gaf Odysseus aan zijn zoon het afgesproken teken. Snel gespte deze zijn zwaard om, nam de speer in de hand en trad naast zijn vader.
bron: Schwab, G. (1993). Griekse mythen en sagen. Utrecht: Het Spectrum BV.