vol van verhaal
Ach, Roodkapje! zet uw boter
En uw wafeltjes maar neêr,
Grootmoê zal ze niet meer eten;
Want uw grootmoê leeft niet meer.
Zie, de wolf die haar verscheurde,
Wacht u thans reeds in haar bed,
Ach, wat heeft hij groote tanden!
Niemand die uw leven redt.
Waarom 't hem ook juist te zeggen,
Meisje! waar ge heen moest gaan;
Wolven kan men niet vertrouwen;
Foei, 't was dwaas van u gedaan.
Schenkman, J. (ca.1851). Nieuwe gedichten op de vertellingen van moeder de gans. Opgeroepen op maart 31, 2014, van www.dbnl.org: https://www.dbnl.org/tekst/sche039nieu01_01/sche039nieu01_01_0003.php?q=roodkapje