Wat Louis Paul Boon bewerkt in zijn versie van Roodkapje is vooral het lezende publiek. Hij wijkt niet zover af van het originele grondmotief: zijn versie van Roodkapje handelt evengoed over verlokking en pedofilie. L.P. Boon zet het allemaal netjes in de verf: lustige en prikkelende jeugdigheid die ontluikt, uitdagende schoonheid en een trots zelfbewustzijn. De man die notie neemt van Roodkapjes kwetsbare naïviteit en vervolgens listig stappen onderneemt (Lekker brokje, niet waar?). De sprookjes van Louis Paul Boon zijn in 1957 controversieel en hebben succes.
Het personage Roodkapje wordt in de versie van Boon wel zeer expliciet uitgewerkt en iets diepgaander dan in het origineel, al blijft haar figuur nog te vlak om van een echt rond karakter te kunnen spreken.
Daarnaast schuwt hij de vele details en interpretaties niet die de vertelling sappig maken: Roodkapje die plots een Narcissustrekje krijgt als ze in de (hormonen-) spiegel kijkt op het moment dat Dewolf langs komt. Het bloesje dat niet geknoopt mag worden om haar blinde kijkertjes het daglicht te gunnen. Maar eens ze de donkere kamer van grootmoeder betreedt, is het hoofd van Roodkapje er weer bij. Natuurlijk volgt er redding en ook hier worden de sprookjesfiguren iets waarheidsgetrouwer neergezet: Roodkapje houdt haar jeugdig sarcasme :“Laten we hem vol stenen stoppen en hem dan dichtnaaien. Wij zullen pret hebben.” En de jager blijft een volbloed man: “En weet ge, Roodkapje, als gij soms spijt daarover mocht hebben, ge kunt nog altijd de mijne krijgen.”
Maar zover komt het niet. Dit was al voldoende om te verteren in een katholiek landschap waar de priesters op de preekstoel met een andere scepter zwaaien.
Het is altijd leuk om nieuwere versies en interpretaties van sprookjes te lezen om langs die weg bijvoorbeeld een maatschappijkritiek te vernemen.
In die zin in de versie van L.P. Boon gedateerd, maar van grote betekenis. Uiteindelijk heeft hij met zijn schrijven paden geplaveid die al langere tijd ontoegankelijk waren verklaard. De humor die hij erin steekt is vandaag een beetje passé, maar plaats je dit alles binnen de maatschappij van je ouders en grootouders dan is het shockeffect meteen voelbaar. Ik kan me het genot van vele lezers voorstellen die in die tijd het aan zichzelf hebben toegestaan zijn literatuur te lezen.